In 1972 schreef ik mijn eerste gedicht: DE MUUR. Ik heb het destijds voorgedragen aan een grote groep mensen. Afgelopen voorjaar 2014 was ik bij een lezing. De spreker las een volgens zijn zeggen toepasselijk gedicht voor dat hij had gevonden op internet. De bron van het gedicht was onbekend. Na afloop van de lezing zei ik hem dat ik het had geschreven.
De Muur
Een muur verspert mijn levenspad
op weg naar ‘t grote licht
die muur is door mijzelf gebouwd
met beide ogen dicht.
Reeds in mijn eerste levensjaar
ben ik aan de muur gaan bouwen
en ik kreeg hulp van iedereen
met metselen en sjouwen
nu zie ik dus het licht niet meer
al weet ik dat ’t er is
nu staat die muur mij in de weg
en ik ben in duisternis.
Van bovenaf is laatst mijn muur
wat scheuren gaan vertonen
en toen ik hem repareren wou
zag ik door een spleet dat schone
dat prachtig wonderbaarlijk licht
ik wilde er naar toe
maar ach mijn muur was veel te hoog
‘k was bovendien te moe
totdat ik laatst met iemand sprak
een vriendelijke man
die vertelde over het grote licht
hij wist er heel veel van
hij zei mij ook wat ik moest
om er dicht bij te komen
ik moest, zei hij, snel aan de slag
en ophouden met dromen.
Zo bik ik nu jaar in jaar uit
de stenen van mijn muur
en grote blijdschap vult mijn hart
als ‘k door een spleetje gluur
ik dank de god in mij die helpt
de muur weer af te breken
zodat ik steeds weer zeggen kan
‘k heb naar het licht gekeken.
0
0
0
