De nazomerse kleurenpracht laat ons verstillen
een blad valt wiegend neer.
Het zachte gezang van de okeren bladeren
net als de warme geuren klinkend als trillende snaren.
Het bos voelt als een tempel
de wereld in harmonie prikkelt het gewaarzijn
van kracht en schoonheid.
Het nieuwe leven
nog verborgen in de twijgen
wacht op zijn bestemming
in het voorjaarslicht.
Is het het besef
van de eeuwige cyclus van begin en einde
dat ons uitdaagt tot overdenking?